De Vlaamse regering nam op 19 april 2024 een nieuw besluit over de toekenning van steun aan ondernemingen voor ecologie-uitgaven. Het Decreet betreffende het economisch ondersteuningsbeleid voerde deze steun reeds in vanaf 2012, met als bedoeling tegemoet te komen aan maatschappelijke, ecologische thema’s die aan belang wonnen, zoals watergebruik, circulaire economie, energiegebruik, en CO2-reductie. Dit moet ondernemingen die een investeringsbeleid voeren met een oog voor deze thema’s een extra duwtje in de rug geven. Het nieuwe besluit van 19 april vervangt de drie bestaande besluiten (Ecologiepremie+, Strategische Ecologiesteun, en GREEN) en zorgt op die manier voor een meer uniform kader. Daarnaast werkt de wetgever verschillende onduidelijkheden tussen steunmaatregelen weg en voegt ze nieuwe voorwaarden toe.
- Voorwaarden om in aanmerking te komen.
De ondernemingen die in aanmerking komen voor ecologiesteun zijn de natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent, de vennootschap met rechtspersoonlijkheid, en de buitenlandse onderneming met gelijkwaardig statuut die een actieve vestigingseenheid hebben in het Vlaamse Gewest (of zich ertoe verbinden deze te vestigen). Een onderneming in staat van vereffening, ontbinding, stopzetting of faillissement komt niet in aanmerking. Daarnaast is het noodzakelijk dat de onderneming tot een energiebeleidsovereenkomst behoort en de voorwaarden hiervan naleeft gedurende de volledige looptijd. De ecologie-uitgaven moeten uitgevoerd worden door de steunaanvragende onderneming zelf of een vennootschap uit dezelfde groep. - Voorwaarden voor de subsidiabele uitgaven
Het is de bedoeling dat de toegekende steun een stimulerend effect heeft, daarom kunnen de ecologie-uitgaven pas starten na de maand waarin de steunaanvraag is ingediend. Een combinatie met andere steun voor dezelfde uitgaven is niet mogelijk. De ecologie-investeringen moeten in het Vlaams Gewest worden uitgevoerd, en moeten gedurende vijf jaar door de onderneming worden geëxploiteerd en behouden blijven. Binnen twaalf maanden na de beslissing tot toekenning van de steun, moeten de subsidiabele uitgaven van start gaan. Deze worden beëindigd binnen drie jaar na de toekenningsbeslissing. - Steunintensiteit
De steun wordt berekend als een percentage van de subsidiabele ecologie-uitgaven. Voor investeringen in energie-infrastructuur bedraagt het maximale steunpercentage tot 100% van de financieringskloof. In aanmerking komend voor steun zijn volgende investeringen: milieubescherming, decarbonisering, CO2-opvang, duurzame energie, warmtenetten, infrastructuur voor emissievrije voertuigen, walstroominstallaties en grondstoffenefficiëntie. Sommige uitgaven kunnen geen steun ontvangen: uitgaven van of verleend door bestuurders of aandeelhouders, en uitgaven die wettelijk verplicht zijn of nodig zijn om aan vergunningsvoorwaarden te voldoen. De uiteindelijk steun zal worden bepaald door de minister op basis van ecoklasse, de aard van de uitgaven, en de grootte van de onderneming. - Procedure
Een onderneming die voldoet aan de voorwaarden kan een steunaanvraag indienen via de website van het Agentschap Innoveren en Ondernemen. Het Agentschap onderzoekt vervolgens of de steunaanvraag voldoet aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden. Indien ontvankelijk, wordt de steun in drie schijven uitbetaald. Vanaf de indiening kan het Agentschap op elk moment controleren of alle voorwaarden door de onderneming worden nageleefd. In specifieke gevallen, zoals bij faillissement of niet-naleving van wettelijke voorschriften, kan zij de steun terugvorderen. - Specifieke bepalingen
Steun aanvragen kan alleen voor de ecologie-investeringen op de LTL-lijst (cf. vroegere Ecologiepremie+), de strategische ecologie-investeringen, de kosten van milieustudies of binnen een thematische subsidieoproep. Voor een project op de LTL lijst, kan een onderneming maximaal 1 miljoen euro steun ontvangen over een periode van drie jaar. Voor strategische investeringen kan een onderneming maximaal vijfhonderdduizend euro ontvangen over drie jaar. “Strategisch” impliceert dat de investeringen uniek of innovatief zijn of een grote impact hebben op de uitstoot van broeikasgassen in Vlaanderen. De steun voor een thematische subsidieoproep bedraagt maximaal 1 miljoen euro over drie jaar. - Belangrijkste wijzigingen
Ten opzichte van de drie voorgaande besluiten, zijn er drie belangrijke wijzigingen doorgevoerd door de Vlaamse wetgever. Ten eerste gebeurt de beoordeling niet langer op grond van de hoofdactiviteit van de onderneming, maar op basis van de activiteit waarvoor de investeringen gebruikt zullen worden. Een landbouwbedrijf kan dus ook in aanmerking komen als de activiteit waarvoor de investering bedoeld is, zoals een winkel, steunbaar is. Ten tweede is derdepartijfinanciering nu ook steunbaar. Ten derde worden milieustudies steunbaar vanaf 50 000 euro kosten, en het minimumbedrag van strategische ecologische investeringen om in aanmerking te komen, wordt verlaagd naar 1,5 miljoen euro (voorheen bedroeg dit 3 miljoen).
De nieuwe regeling treedt in werking op 1 juli 2024. Steun aanvragen volgens het nieuwe regime is mogelijk op de website van VLAIO van zodra de vereiste aanpassingen heeft doorgevoerd.
Hamme, 5 juli 2024