Wie een slapende vennootschap heeft, dient daarin tijd en geld te investeren, zonder dat dit eigenlijk nut heeft. Fiscale, boekhoudkundige en administratieve verplichtingen blijven gelden, ongeacht of de vennootschap haar activiteiten heeft stopgezet. Wanneer de vennootschap niet in “staking van betaling” verkeert, kunnen de boeken in principe niet worden neergelegd. Men dient de vennootschap te ontbinden en te vereffenen.
In principe beslist de algemene vergadering tot de ontbinding van de vennootschap. Een vereffenaar wordt dan aangesteld, die tot taak heeft de schulden van de vennootschap aan te zuiveren en het overblijvende actief te verdelen onder de vennoten. Eens dat proces volledig voltooid is, kan de vereffening gesloten worden en zal de vennootschap kunnen eindigen. Een ietwat omslachtige procedure wanneer er helemaal geen activa meer in de vennootschap zitten en er ook geen schulden zijn.
Sedert een recente wetswijziging is nu uitdrukkelijk voorzien dat ontbinding en sluiting in eenzelfde besluit van de algemene vergadering kunnen worden opgenomen. Dit kan echter slechts onder volgende voorwaarden:
– alle aandeelhouders moeten eenparig meewerken
– er mogen geen schulden zijn
– er mag geen betwisting bestaan over de verdeling van het resterende actief onder de vennoten.
Echter wel een ideale manier om slapende vennootschappen zonder schulden op een relatief eenvoudige en goedkopere wijze stop te zetten.
Frederic Leleux
Advocaat – master in het ondernemingsrecht – curator