De overheidsmaatregelen hebben een grote impact gehad op het sociale leven. Horecazaken konden een hele tijd hun gasten niet verwelkomen, ceremonies konden op bepaalde ogenblikken slechts in zeer beperkte kring doorgaan en de evenementensector zag meer dan eens zijn comeback in duigen vallen. Zo ook zagen vele verloofden hun trouwplannen in het water vallen omdat de maatregelen een dikke streep onder hun geplande bruiloft zette.
Vele verloofden zien zich bijgevolg ongetwijfeld geconfronteerd met grote kopzorgen. Niet alleen dienen zij een nieuwe datum te prikken voor hun droombruiloft maar opnieuw dienen zij af te stemmen voor feestlocaties, cateraars, edm. Daar gaat het soms mis..
We kwamen tussen in een dispuut waarin een verloofde (onze cliënt) met zijn toekomstige bruid nog voor de eerste ‘lockdown’ een cateraar onder de arm hadden genomen voor hun huwelijksfeest op datum X. De verloofde betaalde na ondertekening van de bestelbon een aanzienlijk voorschot. De verloofden waren zich toen nog van geen enkel kwaad bewust.
Enkele weken voor de bruiloft werd het land plotseling overspoeld door het Corona-virus en de overheidsmaatregelen die daarmee gepaard gingen. Het trouwfeest kon onmogelijk doorgaan en was op datum X zelfs verboden. De cateraar kon de bestelde werken niet leveren maar wou desalniettemin het ontvangen voorschot niet terugbetalen. Op dat ogenblik werd ons kantoor geraadpleegd om de verloofde bij te staan.
Meerdere ingebrekestellingen konden de cateraar niet overtuigen om het voorschot terug te betalen. Het vertrouwen van de verloofde om deze cateraar in te schakelen voor de toekomstige bruiloft was volledig verdwenen. Aangezien de cateraar voet bij stuk hield, startten we een procedure voor het Vredegerecht en eisten we van de cateraar de terugbetaling van het betaalde voorschot.[1]
Verval van de overeenkomst.
Tussen partijen was een overeenkomst tot stand gekomen, waarbij de cateraar voor een bepaalde prijs op datum X catering (eten, decoratie, etc.) zou voorzien op het trouwfeest van de verloofde. De catering op het trouwfeest vormde het voorwerp van de overeenkomst tussen partijen. Het voorwerp is immers datgene waartoe een partij zich toe verbindt om te geven, te doen of niet te doen.[2]
Het trouwfeest op datum X kon door een overmachtssituatie (met name de overheidsmaatregelen die werden opgelegd op om de verspreiding van het Corona-virus te beperken) onmogelijk doorgaan en was zelfs verboden zodat het voorwerp van de overeenkomt was tenietgegaan.
Zonder een voorwerp kan een overeenkomst niet bestaan en kan zij evenmin worden uitgevoerd, de cateraar kon de beloofde prestaties inderdaad onmogelijk uitvoeren. Door het tenietgaan van het voorwerp van de overeenkomst, kwam de overeenkomst tussen partijen te vervallen.
Het Hof van Cassatie erkent het beginsel ‘van het verval van de verbintenissen door het teloorgaan van hun voorwerp’ intussen als een algemeen rechtsbeginsel.[3] Een wederkerige overeenkomst kan aanzien worden als een bundel van verbintenissen van partijen ten aanzien van elkaar.
Voorwaarden van het verval.
Het verval van een overeenkomst ten gevolge van het verdwijnen van haar voorwerp is evenwel aan volgende twee voorwaarden[4] onderworpen:
- het verdwijnen van het voorwerp moet worden veroorzaakt door een voorval na het ontstaan van de overeenkomst, al dan niet toe te rekenen aan één van de partijen
In dit geval was duidelijk voldaan aan de eerste voorwaarde. De bruiloft met de bestelde catering kon niet doorgaan door de opgelegde overheidsmaatregelen, terwijl de catering was besteld vooraleer er in België sprake was van het Corona-virus, laat staan van de vrijheidsbeperkende overheidsmaatregelen die daarop zouden volgen.
- én het voorval moet de uitvoering van de overeenkomst blijvend onmogelijk maken.
De Vrederechter had in het geschil geoordeeld dat de uitvoering van de overeenkomst inderdaad blijvend onmogelijk was.
Maar hier is precies het punt.
Betekent het niet kunnen doorgaan van een trouwfeest op een bepaalde datum, meteen dat de uitvoering van de overeenkomst blijvend onmogelijk wordt? De bruiloft kan toch worden uitgesteld?
De Vrederechter antwoordde hierop bevestigend, vanuit een aan andere -ietwat romantische- invalshoek. Een bruiloft is uniek en kan niet zonder meer uitgesteld worden. Het bepalen van een trouwdatum hangt af van een combinatie van talloze factoren, zoals onder meer familiale factoren, emotionele factoren, zakelijke facturen, amoureuze facturen, persoonlijk keuze en verwachtingen.
Er kan dus niet geëist worden van verloofden dat zij hun trouwdatum zonder meer uitstellen naar een bepaalde of onbepaalde datum, zodat de bruiloft op datum X als blijvend onmogelijk moet worden beschouwd.
In voorliggend geval gold dit des te meer, nu de geplande bruiloft normaliter moest doorgaan in de eerste ‘lockdown’ en op dat ogenblik geen enkel perspectief voorhanden was om een nieuwe trouwdatum te kunnen bepalen.
Terugbetaling voorschot.
De Vrederechter had terecht geoordeeld dat de overeenkomst tussen de verloofde en cateraar was komen te vervallen en zij dus is tenietgegaan. Door het tenietgaan van de overeenkomst, is de cateraar niet gehouden de beloofde prestaties te leveren en is de verloofde evenmin gehouden de tegenprestatie, de betaling van de overeengekomen prijs, te leveren. Het betaalde voorschot is derhalve niet verschuldigd, zodat het dient terugbetaald te worden.
De voorschotten die reeds werden betaald door de cateraar.
In zijn verweer haalde de cateraar aan dat hij zelf op zijn beurt reeds aanbetalingen had gedaan aan leveranciers voor het geplande trouwfeest maar het tegenargument bracht geen zoden aan de dijk. De cateraar zal zich op zijn beurt moeten richten tot zijn toeleveranciers voor terugbetaling van de voorschotten ingevolge het verval van de overeenkomst.
Opgelet voor afwijkende contractuele bepalingen.
Het verval van een overeenkomst of verbintenis wegens het teloorgaan van het voorwerp is noch van openbare orde, noch van dwingend recht.[5] Derhalve kunnen partijen vrij contractueel afwijken van de uitwerking van het verval en bijvoorbeeld het risico ten laste te leggen van een bepaalde contractant of een bepaalde regeling uitwerken indien het verval zich zou voordoen.
Synthese.
In deze casus werd de cateraar veroordeeld om het voorschot van de bestelde werken voor de geplande bruiloft volledig terug betalen, vermits de overeenkomst tussen de verloofde en cateraar, die werd gesloten vóór de Corona-maatregelen, kwam te vervallen. De cateraar kon de beloofde prestaties niet uitvoeren, de bruiloft op datum X kon immers onmogelijk doorgaan door de overheidsmaatregelen.
Dezelfde juridische redenering kan mogelijks toegepast worden op soortgelijke overeenkomsten die door verloofden werden gesloten voor hun bruiloft die achteraf in het water zal vallen door (gewijzigde) overheidsmaatregelen, voor zover voldaan is aan de hoger beschreven voorwaarden van het verval van de overeenkomst. Of denk aan situaties waarin de datum van een bepaald event, feest of samenkomst van die aard is dat ze essentieel is, zonder dat die zomaar kan worden opgeschoven.
Wees er echter alert voor dat in een bestelbon mogelijks een afwijkende regeling werd bedongen!
12 augustus 2021
Mr. Glenn De Ridder
[1] Vred. Dendermonde 19 mei 2021, onuitg.
[2] Art. 1126 Oud B.W.
[3] Cass. 1 oktober 2014, Arr.Cass. 2004, afl. 10, 1606.
[4] N. BURETTE, “Voorwerp van de Overeenkomst. Verval wegens wegvallen van een essentiële bestaansvoorwaarde in een wederkerige overeenkomst”, NJW 2016, afl. 334, 3; zie ook: Cass. 2 februari 2018, JT 2018, afl. 6739, 624; Gent 9 februari 2017, RW2019-20, afl. 16, 631.
[5] N. BURETTE, “Voorwerp van de Overeenkomst. Verval wegens wegvallen van een essentiële bestaansvoorwaarde in een wederkerige overeenkomst”, NJW 2016, afl. 334, 7.