In 2010 werd de BVBA ‘starter’ opgericht (afgekort S-BVBA), een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die theoretisch met één euro kapitaal kan worden opgericht. Wie een gewone bvba opricht moet immers minimum € 6200,00 effectief in de vennootschap storten bij oprichting (€ 12400,00 bij een eenpersoons-BVBA). De overheid was van mening dat deze kapitaalsvereiste voor sommige startende ondernemers een te grote drempel vormde en probeerde zo het ondernemerschap en het creëren van werkgelegenheid aan te moedigen. In september jl. keurde de Ministerraad zelfs nog een wetsontwerp goed dat de voorwaarden nog enigszins versoepelt. Tot nu toe diende de S-BVBA zich immers binnen de 5 jaar te regulariseren en mocht zij niet meer dan 5 voltijdse werknemers in dienst nemen. Deze voorwaarden worden in het wetsontwerp geschrapt.
Vooreerst moet opgemerkt worden dat een BVBA niet altijd een must is voor een ondernemer zonder startkapitaal. Hij kan uiteraard ook aan de slag als eenmanszaak of in de vorm van een vennootschap zonder kapitaalvereiste, zoals de VOF. Het verschil is echter dat hij in dat geval met zijn privé-vermogen aansprakelijk is voor de schulden van de vennootschap, met uitzondering van zijn gezinswoning indien hij daarover een notariële verklaring heeft afgelegd. Activiteiten die weinig of geen risico vormen, kunnen dus ook in een andere vorm, die minder verplichtingen (en bijhorende kosten) met zich meebrengt in het kader van de oprichting, publicatie van jaarrekeningen, statutenwijzigingen en dergelijke meer.
Wie toch zijn privé-vermogen veilig wil stellen zonder kapitaal te moeten storten bij oprichting, kan dus kiezen voor de starters-BVBA. Tenminste, als hij geen investeringskrediet moet aangaan, want banken zullen niet geneigd zijn kredieten toe te staan aan een vennootschap met één euro aan middelen, zonder persoonlijke waarborgen van de vennoten te vragen.
Ook schuilt er nog een addertje (zeg maar adder) onder het gras: de oprichtersaansprakelijkheid. Wanneer het eigen vermogen en de ondergeschikte middelen bij de oprichting immers kennelijk onvoldoende waren voor de normale uitoefening van de voorgenomen activiteit over ten minste twee jaar en er volgt een faillissement binnen de drie jaar na de oprichting, dan kunnen de oprichters persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor de schulden van de vennootschap. Wie dus een vennootschap opricht met één euro aan middelen en binnen de drie jaar failliet wordt verklaard, zal dus aan de hand van het financieel plan van bij de oprichting moeten aantonen dat die ene euro volstond om zijn bedrijf minstens twee jaar te runnen…
Bovendien moet de S-BVBA in al haar documenten uitdrukkelijk het woord ‘starter’ en/of ’S-BVBA’ vermelden, zodat derden gewaarschuwd worden van het gebrek aan kapitaal. Een voorzichtig leverancier zal dus wel boter bij de vis vragen, vooraleer aan een starters-bvba te leveren.
Het valt m.i. nog af te wachten of de S-BVBA het ondernemerschap effectief ten goede zal komen of eerder de rotte appel in de mand zal zijn.
Frederic Leleux
Advocaat
Master of business law