Flex Advocaten

Arbeidsrecht

Ontslag te verantwoorden wijziging in arbeidsrecht

Ontslag te verantwoorden

Het zal niemand nog ontgaan zijn dat er elementaire wijzigingen zijn doorgevoerd aan het arbeidsrecht om komaf te maken met de verschillende behandeling van bedienden en arbeiders.  Een van die verschillen betrof de motivering van een opzegging door de werkgever.   Onder de vroegere regelgeving diende een ontslag in principe niet verantwoord te worden, althans wanneer dit ontslag gebeurde mits naleving van de opzegtermijn of met betaling van de opzegvergoeding.

Wanneer arbeiders betwistten dat het ontslag ingegeven was door redenen van geschiktheid, gedrag of de noodwendigheden inzake de werking van het bedrijf, diende de werkgever het tegendeel aan te tonen.  Kon deze dat niet, dan was er sprake van willekeurig ontslag en kon de werknemer op een bijkomende schadevergoeding rekenen.  Voor bedienden lag dat enigszins anders, gezien zij geen dergelijke regeling kenden.  Bedienden moesten zelf eerst bewijzen dat de werkgever misbruik had gemaakt van zijn recht om een opzeg te geven, wat geen sinecure was.

Voortaan gelden echter andere regels zowel voor arbeiders als voor bedienden.
Motivering
De werknemer die ontslagen wordt, heeft het recht om aan zijn werkgever de concrete redenen voor zijn ontslag te vragen.
Als de werkgever deze redenen niet spontaan bij het ontslag heeft meegedeeld, geldt volgende procedure:
• binnen een termijn van zes maanden na betekening van de opzeggingstermijn en in ieder geval uiterlijk twee maanden na het einde van de tewerkstelling, kan de werknemer aan de werkgever per aangetekende brief vragen om de motivering van het ontslag te kennen.
• binnen de daaropvolgende twee maanden te rekenen vanaf de derde werkdag na ontvangst van de aangetekende brief dient de werkgever de redenen voor het ontslag bekend te maken, eveneens bij aangetekende zending.
Doet de werkgever dat niet, dan is hij een boete verschuldigd aan de werknemer gelijk aan twee weken loon. Deze boete is cumuleerbaar met de schadevergoeding die verschuldigd kan zijn in geval van kennelijk onredelijk ontslag.
Kennelijk onredelijk ontslag
Als de werkgever geen (geldige) redenen voor het ontslag kan geven, is er sprake van een kennelijk onredelijk ontslag.  Dat doet zich meer bepaald voor bij het ontslag van een werknemer die is aangeworven voor onbepaalde tijd, wanneer het ontslag gebaseerd is op redenen die geen verband houden met de geschiktheid, of het gedrag van de werknemer, of die niet berusten op de noodwendigheden inzake de werking van de onderneming, de instelling of de dienst en waartoe nooit beslist zou zijn door een normale en redelijke werkgever.
Indien er sprake is van kennelijk onredelijk ontslag is de werkgever aan de werknemer een schadevergoeding verschuldigd van drie tot 17 weken loon betreft, naargelang de ernst van de kennelijke onredelijkheid, tenzij de werknemer een hogere schade kan aantonen.

Wie moet wat bewijzen?

Als de werkgever de redenen van het ontslag heeft meegedeeld, moet de werknemer aantonen dat dit niet de ware redenen zijn of dat zij niet geldig zijn.  Dat geldt ook wanneer de werknemer niet om de redenen gevraagd heeft.  Wanneer dat verzoek er wel geweest is, is het aan de werkgever om het bewijs te leveren van de ingeroepen redenen en de geldigheid ervan.

Er moet wel worden opgemerkt dat er diverse afwijkingen voorzien zijn op voormelde ‘algemene regel’, zie Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 109 betreffende de motivering van het ontslag.

Ontslag te verantwoorden

Frederic Leleux
Advocaat – master in het ondernemingsrecht

Wettelijke verankering van persoonlijke zekerheden op komst in Nieuw Burgerlijk Wetboek.

In het nieuw boek 9 “Zekerheden”, waarvan het wetsvoorstel net is ingediend, zullen zogenaamde ‘persoonlijke zekerheden’, een meer uitgewerkt wettelijk kader krijgen. Het nieuwe boek 9 zal echter ook regels bevatten over zakelijke zekerheden zoals de hypotheek, het pandrecht, het...

Aardverschuiving voor aansprakelijkheid van onderaannemers op til: de afschaffing van de quasi-immuniteit van de uitvoeringsagent.

De goedkeuring van het wetsvoorstel houdende Boek VI van het Nieuw Burgerlijke Wetboek door de Kamer op 1 februari 2023, brengt een aantal ingrijpende wijzigingen met zich mee op het vlak van buitencontractuele aansprakelijkheid. Één van de meest opvallende aanpassingen...

Toegang tot het beroep van vastgoedmakelaar vereenvoudigd

De originele wet uit 2013 werd op 22 januari 2024 hervormd door de nieuwe vastgoedmakelaarswet die op 1 februari 2024 in werking is getreden. De voornaamste doelstellingen van de wetshervorming zijn het vergemakkelijken van de toegang tot het beroep en...