De behandeling van ‘meerwaarden op aandelen’ zorgt reeds sinds de hervorming van 2008 voor discussie. Recentelijk heeft het Grondwettelijk Hof zich hierover uitgesproken in het arrest van 21 september 2023. De wet van 11 december 2008 bepaalde dat privémeerwaarden op aandelen op brutobasis werden belast als diverse inkomsten omdat ze buiten het normale beheer van het privévermogen werden gerealiseerd. Dit was een keerpunt in de fiscale behandeling van meerwaarden op aandelen, die voorheen vielen onder de ‘occasionele winsten en baten’. Hierdoor kwamen deze meerwaarden niet meer in aanmerking voor kostenaftrek.
Het Grondwettelijk Hof heeft nu echter besloten dat dit een verboden discriminatie vormt ten opzichte van belastingplichtigen die werkelijk winsten of baten krijgen uit het abnormaal beheer van privévermogen en op nettobasis worden belast. Het verschil in behandeling dat bestaat tussen ‘abnormale’ meerwaarden op aandelen en andere ‘occasionele winsten en baten’ is volgens het Hof niet redelijk te verklaren. De Belgische staat beargumenteerde dat dit verschil verantwoord was omdat de meerwaarden voortvloeien uit een passieve activiteit waarvoor geen specifieke kosten nodig zijn, terwijl de winsten en baten wel een activiteit behoeven waarvoor noodzakelijke kosten moeten worden gemaakt. Het Hof legt dit argument terzijde en oordeelt dat ook voor het behalen van de meerwaarden in sommige gevallen kosten moeten worden gemaakt. In het vervolg zijn de verkregen meerwaarden op aandelen dus enkel belastbaar op nettobasis en bijgevolg pas na kostenaftrek.
Om deze wettelijke discrepantie uit het rechtsverkeer te halen, vanwege strijdigheid met het gelijkheidsbeginsel, moet de wetgever optreden. Dat zal echter niet voor direct zijn, waardoor kostenaftrek in het geval van ‘abnormale’ meerwaarden op aandelen voorlopig toegestaan zou moeten zijn. In afwachting van de wetswijziging, kunnen belastingplichtigen zich daarvoor beroepen op dit arrest tegenover de fiscus. Over de verliesrekening werd niets gezegd door het Hof, maar mogelijks kunnen ook de verliezen uit abnormale aandelentransacties gerealiseerd in de vijf voorafgaande belastbare tijdperken verrekend worden met de belastbare privémeerwaarden op aandelen, aangezien dit ook mogelijks was vóór de wet van 11 december 2008 werd ingevoerd.
Dit arrest is ook van belang voor belastingplichtigen die sinds 1 januari 2019 een brutotaxatie ondergingen, omdat uitspraken van het Grondwettelijk Hof worden beschouwd als nieuwe feiten op basis waarvan een ‘ambtshalve ontheffing van overbelasting’ kan worden gevraagd. Bijgevolg kan het arrest van 21 september 2023 helpen bij het bekomen van een ontheffing vanwege het niet aftrekken van de aan de meerwaarde verbonden kosten. Of zelfs wegens het niet-verrekenen van verliezen uit de relevante aandelentransacties in de loop van de vijf jaren voorafgaand aan het behalen van de belastbare meerwaarde.
Flex Business Attorneys,
11 januari 2024