In een eerdere bijdrage bespraken we een arrest van 24 april 2017 van het Hof van Beroep te Gent, waarin werd beslist dat de administratieve inningsprocedure voor onbetwiste geldschulden (IOS) niet verplicht is en dat de schuldeiser die voor de klassieke gerechtelijke procedure kiest niet per se nutteloze kosten, dan wel foutief procesgedrag stelt. De schuldeiser heeft, aldus het Hof, recht op de toekenning van de gerechtskosten. (zie ook: A. Wynter, “Invorderen via rechtbank in plaats van via IOS is niet per se fout”, Juristenkrant, 24 mei 2017, 2 met verwijzing naar Gent 24 april 2017, AR 2016/AR/2008)
Het Hof van Cassatie bevestigt nu in haar arrest van 12 oktober 2017 (C.17.0129) die rechtspraak met identieke overwegingen, zoals aangehaald door het Hof van Beroep te Gent.
Over welke procedures gaat het precies?
Sinds 2 juli 2016 is het mogelijk onbetwiste geldschulden tussen ondernemen via een administratieve inningsprocedure in te vorderen – de zogenaamde IOS-procedure (Wet van 19 oktober 2015 houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie – de zogenaamde Wet Potpourri I)
Via deze procedure (art. 1394/20-27 Ger. W.) kunnen onbetwiste geldschulden tussen ondernemingen buitengerechtelijk worden ingevorderd. De gerechtsdeurwaarder wordt dan door een advocaat gelast om de debiteur in gebreke te stellen, waarna deze bij gebrek aan betwisting, zonder tussenkomst van de rechtbank, een zogenaamd PV van niet-betwisting aflevert, welk PV uitvoerbaar kan worden verklaard. De gerechtsdeurwaarder kan dit uitvoerbaar PV, net zoals een vonnis, dan ten uitvoer leggen bij de debiteur.
Wel zette de wetgever een rem op de invorderbare intresten en het schadebeding. In deze procedure zijn intresten en schadebeding immers geplafonneerd tot 10% op de hoofdsom en in elk geval stoppen de intresten met lopen vanaf het exploot van aanmaning van de gerechtsdeurwaarder.
Bij een gerechtelijke (lees: klassieke) procedure, kan de eisende partij daarentegen de intresten vorderen (die worden door de rechtbank doorgaans herleid naar de intrestvoet overeenkomstig de Wet van 2 augustus 2002 ter bestrijding van de betalingsachterstand in handelstransacties – thans 8% per jaar) én het eventueel overeengekomen contractueel schadebeding, dat volgens vaste rechtspraak wordt herleid tot 10% op de hoofdsom. Bovendien zal bij een gerechtelijke procedure een rechtsplegingsvergoeding worden toegekend, een tegemoetkoming in de advocatenkosten waarvan de hoogte afhangt van het gevorderde bedrag, waarin de administratieve IOS-procedure niet voorziet. Tenslotte dient de wederpartij te worden veroordeeld tot betaling van de dagvaardingskosten (lees: deurwaarderskosten) die de eiser heeft voorgeschoten om de zaak voor de rechtbank te brengen.
Wat is het verschil?
Er kan een belangrijk verschil zijn in de grootte van het bedrag dat kan worden gevorderd. Een voorbeeld:
U heeft een onbetaalde factuur van 5.000,00 EUR die gedurende 8 maanden vervallen is. Indien u kiest voor de IOS-procedure kan u dan ook maximaal 500,00 EUR, schadebeding en intresten inbegrepen invorderen, hetzij 10% van de gevorderde hoofdsom.
Bij een gerechtelijke procedure is dat:
- 500,00 EUR (10% schadebeding indien de algemene voorwaarden dit bepalen);
- 266,30 EUR (8% intresten over een periode van 8 maanden);
- 450,00 EUR (rechtsplegingsvergoeding)
Het is duidelijk dat men als schuldeiser belang kan hebben om de gerechtelijke procedure te volgen om meer te kunnen vorderen, zeker indien het bedrag van de hoofdsom aan de hoge kant is. De intresten kunnen immers fors oplopen en het is precies uw recht als schuldeiser om deze intresten te vorderen van uw debiteur.
Is de IOS procedure sneller?
Dat is ze niet. Vooraleer er een definitieve uitvoerbare titel kan worden afgeleverd (zoals een vonnis, waarmee de gerechtsdeurwaarder het bedrag effectief kan gaan invorderen bij uw debiteur), moet er immers een periode van een maand en acht dagen verstrijken, terwijl de schuldeiser na deze periode alsnog de mogelijkheid heeft de beslissing aan te vechten en het hele dossier voor de rechtbank te brengen. De schuldenaar heeft zelfs meer mogelijkheden om de hele procedure te rekken dan in een klassieke gerechtelijke procedure.
Het feit dat men sowieso een maand en acht dagen moet wachten is een van de redenen (buiten het feit dat er méér kan worden gevorderd) waarom het Hof van Cassatie heeft beslist dat de schuldeiser een legitiem keuzerecht heeft voor één van beide procedures.
Conclusie: laat uw algemene voorwaarden nakijken!
In beide procedures is er steeds een advocaat vereist. In de IOS-procedure zorgt de advocaat voor nazicht van de vordering en het doorzenden ervan naar de gerechtsdeurwaarder. En uiteraard voert uw advocaat de invorderingsprocedure voor de rechtbank. Van belang is dat er uiteraard wordt gekozen voor de snelste procedure die uw recuperatiemogelijkheden maximaliseert zodat u best vooraf informeert welke stappen zullen worden gezet tot u wordt betaald.
Laat in elk geval nagaan of uw algemene voorwaarden up-to-date en afdwingbaar zijn, zodat u probleemloos 10% schadebeding én al uw intresten kan vorderen. Zo bent u er zeker van dat u zal krijgen waar u recht op heeft.
Zijn uw algemene voorwaarden afdwingbaar? Daarvoor verwijzen we u naar onze eerdere blogpost.
Incasseer uw onbetaalde facturen online met factuurinnen.be.
Alexander Wynter
Advocaat – master in het ondernemingsrecht